Genk was vroeger een echt schildersdorp. Aan het einde van de negentiende eeuw zakten de meest vooraanstaande landschapsschilders van België en ver daarbuiten af naar Genk om het desolate landschap vast te leggen. Die bijzondere plekken kan je nu nog altijd ontdekken.
Bloei van de gagel - Emile Van Doren (1865-1949)
Geboren in 1865 groeide Emile Van Doren op in het Brusselse, dichtbij de Onze-Lieve-Vrouw-Ter-Kapellekerk. In 1890 aanschouwde hij voor het eerst de Kempense schoonheid, tijdens zijn bezoek in Genk. Genk was geliefd door kunstenaars omwille van het bijzonder schilderachtig landschap. Van Doren stelde zelfs dat Genk gemaakt is om te schilderen, een uitspraak die zijn verdere leven zal definiëren. Hij verhuisde naar Genk en ontmoette er zijn echtgenote, Cidonie Raikem. Volledig gefascineerd door het prachtige landschap, is dit telkens het focuspunt van zijn werk. Ook de Bloei van de gagel is hiervan een resultaat. Het rijke kleurenpalet in combinatie met de uitgesproken verftechniek, toont de beweeglijkheid der elementen.
Portret van Cidonie Raikem - Herman Richir (1866-1942)
Cidonie Raikem was uitbaatster van een herberg aan de Statiestraat in Genk. In 1898 trouwde ze met Emile van Doren en samen bouwden ze de herberg uit tot het befaamde Hotel des Artistes. Het fungeerde als een ontmoetingsplaats voor creatievelingen. Kunstenaars, schrijvers en toeristen kwamen van heinde en ver om er te verblijven.
Zicht op de Molenvijver - Joseph Coosemans
Dit schilderij van Joseph Coosemans toont het moerassige landschap van de Molenvijver in 1891. Op de achtergrond zie je het Kempendorp Genk en de ontelbaar vaak geschilderde torenspits van de Sint-Martinuskerk. Op een boogscheut van het museum kan je nog steeds de locatie herkennen.
Praktische informatie
Toegankelijkheid
- Gedeeltelijk toegankelijk voor personen met een beperking.