Op het Adornesdomein in Brugge ontdek je de Jeruzalemkapel met al haar middeleeuwse schatten, van het praalgraf van Anselm Adornes en Margaretha van der Banck tot de kleurrijke glas-in-loodramen. Er valt heel wat geschiedenis te proeven op dit prachtige domein.
Adornesdomein en de Jeruzalemkapel
De familie Adorno uit Genua richtte in de vijftiende eeuw het Adornesdomein op. Het omvatte een prachtige tuin, een herenhuis en een indrukwekkende kapel. Voor die Jeruzalemkapel kreeg Pieter II Adornes toestemming van paus Martinus V. Hij wilde niet alleen het geloof stimuleren, maar ook kennis uitdragen. Daarom gebruikte hij de kapel als openbare bibliotheek. Hij bracht hier een collectie onder die voornamelijk aan literatuur, wetenschap en geschiedenis gewijd was. Zijn zoon Anselm Adornes zette de Jeruzalemstichting verder. Hij brak de kapel af en herbouwde ze als een replica van de Heilige Grafkerk in Jeruzalem. Ook liet hij de woning renoveren en voegde hij enkele godshuisjes toe. Dat waren liefdadigheidsinstellingen voor zieken en armen. Door de eeuwen heen heeft het domein verschillende functies gehad. Het was een klooster, een school en later een kantmuseum. Nu is er een museum in gevestigd. Het doel bleef hetzelfde: kennis en geloof nastreven.
Glasramen in de Jeruzalemkapel
De glasramen in de Jeruzalemkapel werden vervaardigd rond 1560 en zijn de oudste glas-in-loodramen in Brugge. De ramen werden vermoedelijk gemaakt in opdracht van Jacob (1523-1572) en Jeroom Adornes (1522-1558). Die twee broers zijn ook te herkennen in een van de ramen, samen met hun patroonheiligen. Ook kan je er de leuze “Para Tutum” op lezen. Dat is de wapenspreuk van Anselm Adornes, de stichter van de huidige kapel. Ze betekent “Bereid ons een veilige weg” en verwijst naar zijn bedevaart en pelgrimszegen. Zelf is Anselm te zien op het noordoostelijke raam met zijn wapenschild en de Schotse ridderorde van de Eenhoorn. Met hun betoverende spel van licht en kleur vertellen deze glasramen het lange en indrukwekkende verhaal van de Adornesfamilie.
Drieluik met Christus aan het kruis
Ook de Brugse burgemeester Jan de la Coste was een telg van de Adornesfamilie. Hij gaf in de zestiende eeuw de opdracht om het Drieluik met Christus aan het Kruis te schilderen. Op het centrale paneel zie je Christus aan het kruis. Hij wordt bijgestaan door Maria en de apostel Johannes. In de verte hangen dikke wolken boven een stad. Door de onmiskenbare torens herken je meteen Brugge. Op de rotsen onder het kruis ligt een dreigende schedel. Op het linkerpaneel liet Jan de la Coste zichzelf portretteren met zijn patroonheilige Johannes de Doper en zijn zeven zonen. Jeroom, zijn oudste zoon en de opdrachtgever van de glasramen, kijkt de bezoeker indringend aan. Op het rechterpaneel zie je Jans vrouw Catharina Metteneye. Ze draagt een indrukwekkende rode mantel waarop haar wapenschild staat afgebeeld. Haar vier dochters, waaronder twee nonnen, vergezellen haar.
Praktische informatie
Toegankelijkheid
- Makkelijk toegankelijk voor personen met een beperking.