.Al eeuwenlang domineert de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal met haar spitse toren de skyline van Antwerpen. Dit imposante bouwwerk is de trots van de Antwerpenaren en wordt geroemd om zijn architecturale grootsheid, esthetiek en historisch belang. Al meer dan duizend jaar komen mensen naar deze plek om te bidden. De bouw van het huidige gotische gebouw begon in 1352, en bijna 170 jaar later, in 1518, werd de grote noordelijke toren voltooid en het kruis op de torenspits gewijd. Ondanks een bewogen geschiedenis vol rampen en tegenslagen, staat de gotische kerk er nog steeds trots. Diverse stromingen binnen de kunstgeschiedenis hebben er hun sporen nagelaten, waarbij de oudste elementen teruggaan tot de veertiende eeuw en de meest recente toevoegingen eigentijds zijn. Elke eeuw heeft zijn stempel gedrukt op dit monument, waardoor de Antwerpse kathedraal kan worden beschouwd als een gigantisch geheugenpaleis.
De verrijzenis van Christus, Peter Paul Rubens (1611-1612)
Het kleinste werk van Rubens in de kathedraal heeft een minder vreugdevolle ontstaansgeschiedenis. Het betreft het epitaaf, of grafmonument, van Jan Moretus en zijn vrouw Martina Plantin. Hun namen zijn gegraveerd in de steen onder het schilderij. Na het overlijden van zijn vader gaf hun zoon Balthasar de opdracht aan Rubens om het epitaaf te schilderen. Centraal op het schilderij zien we Christus triomfantelijk uit het donkere graf oprijzen, omringd door een stralend licht. De geschrokken soldaten die het graf bewaken, weten niet wat hen overkomt. Eén soldaat vlucht in paniek, een ander verstijft van angst, terwijl een derde zich afschermt tegen het verblindende licht. Op de achterkant van de twee zijpanelen, die helaas niet zichtbaar zijn, zijn engelen afgebeeld die gracieus de poorten van het dodenrijk openen.
De Tenhemelopneming van Maria, Peter Paul Rubens (1625-1626)
Het meesterwerk dat Rubens voor het hoofdaltaar schilderde, verbeeldt de tenhemelopneming van Maria, het patroonfeest van de kathedraal dat jaarlijks op 15 augustus gevierd wordt. In dit schilderij wordt Maria na haar dood afgebeeld terwijl ze op weg is naar God. Met behulp van enthousiaste engelenfiguren beweegt ze zich sierlijk opwaarts, richting het licht. Naast het schilderij ontwierp Rubens ook het altaarmeubel waarin zijn werk centraal stond. Helaas ging dit altaar verloren aan het einde van de achttiende eeuw, tijdens de onrustige periode van de Franse overheersing. Stadsarchitect Jan Blom ontwierp later een nieuw altaar gebaseerd op Rubens’ originele ontwerp. Dit is van groot belang, want het altaar en het schilderij vormen een onlosmakelijk geheel. Het verhaal stopt namelijk niet bij de bovenkant van het schilderij; daarboven bevindt zich een halfreliëf dat de Heilige Drievuldigheid voorstelt. God de Vader en God de Zoon houden samen de kroon vast waarmee ze Maria zullen verwelkomen
Praktische informatie
Toegankelijkheid
- Makkelijk toegankelijk voor personen met een beperking.